Wat is chronisch compartimentsyndroom?
Chronisch compartimentsyndroom (CCS), ook wel chronisch belastingscompartimentsyndroom genoemd, is een pijnlijke aandoening van de onderbenen of onderarmen. De aandoening ontstaat wanneer de druk in de spiercompartimenten tijdens inspanning te hoog wordt. Hierdoor neemt de doorbloeding af en krijgen spieren, zenuwen en bloedvaten onvoldoende zuurstof en voedingsstoffen.
De aandoening komt vooral voor bij sporters, met name hardlopers, schaatsers en wandelaars. Bij zwemmers en wielrenners is CCS minder gebruikelijk. Hoewel iedereen deze aandoening kan ontwikkelen, zijn sporters die repetitieve belasting ondergaan het meest kwetsbaar.
Hoe ontstaat chronisch compartimentsyndroom?
Anatomie van compartimenten
De spieren van onderbenen en onderarmen zijn verdeeld in verschillende groepen. Elke spiergroep wordt omhuld door een stevige bindweefsellaag, de fascie genoemd. Deze ingekapselde spiergroepen heten compartimenten of loges – vandaar de alternatieve naam ‘logesyndroom’.
De fascie heeft als functie spieren, zenuwen en bloedvaten op hun plaats te houden. Door zijn stevige, weinig rekbare structuur geeft het bindweefsel niet gemakkelijk mee.
Het ontstaan van problemen
Bij overbelasting kunnen spieren gaan zwellen binnen hun compartiment. Omdat de fascie niet meegerekt, stijgt de druk binnen het compartiment. Dit verstoort de doorbloeding en veroorzaakt pijn tijdens inspanning.
Ook een te snelle opbouw van trainingsintensiteit en -frequentie kan problemen veroorzaken. De spiermassa neemt dan sneller toe dan de fascie kan aanpassen, wat resulteert in verhoogde druk.
Symptomen herkennen
Typische klachten bij chronisch compartimentsyndroom
- Inspanningsgebonden pijn: Pijn die tijdens activiteit geleidelijk toeneemt
- Onmiddellijk herstel in rust: Klachten verdwijnen vrijwel direct bij stoppen
- Voorspelbare pijn: Bij hervatten van activiteit keert de pijn onmiddellijk terug
- Strak gevoel in onderbeen of onderarm
- Tinteling in het aangedane gebied
- Stijfheid van de spieren
- Nachtelijke krampen (soms)
Meest aangedane gebieden
Bij het onderbeen worden het voorste compartiment (musculus tibialis anterior) en het achterste compartiment (kuitspieren) het vaakst getroffen.
Verschil met acuut compartimentsyndroom
Het is cruciaal om chronisch compartimentsyndroom te onderscheiden van de acute vorm, omdat deze zeer verschillende behandelingen vereisen.
Chronisch compartimentsyndroom
- Geleidelijke pijn die bij inspanning toeneemt
- Verdwijnt in rust binnen enkele minuten
- Voorspelbaar patroon bij herhaalde activiteit
- Geen gevaar voor permanente schade
- Conservatieve behandeling mogelijk
Acuut compartimentsyndroom
- Plotselinge, hevige pijn die ook in rust aanhoudt
- Veroorzaakt door trauma, ontsteking of bloeding
- Progressieve verslechtering zonder behandeling
- Medische noodsituatie – risico op permanente schade
- Directe operatie meestal noodzakelijk
- Aanvullende symptomen: bleke huid, gevoelsstoornissen, spieruitval
Risicofactoren
Bepaalde factoren verhogen de kans op het ontwikkelen van chronisch compartimentsyndroom:
Medische factoren
- Diabetes mellitus (suikerziekte)
- Claudicatio intermittens (etalagebenen)
- Platvoeten of gevallen voetbogen
- Voetafwijkingen
Trainings- en omgevingsfactoren
- Te snelle opbouw van trainingsintensiteit
- Trainen op oneffen ondergrond
- Verkeerde ondergrond (te zacht of te hard)
- Slecht schoeisel
- Onvoldoende warming-up
Sportgerelateerde factoren
- Repetitieve belasting (hardlopen, schaatsen)
- Plotselinge toename van trainingsvolume
- Verandering van trainingsomstandigheden
Diagnose stellen
Uitdaging voor de arts
Het stellen van de diagnose is complex omdat tijdens een consult het aangedane lichaamsdeel in rust is en er geen klachten aanwezig zijn. De diagnose wordt daarom gesteld op basis van:
Lichamelijk onderzoek
- Anamnese: Uitgebreide vragenlijst over klachten
- Inspectie: Bekijken van houding en voetstand
- Palpatie: Onderzoek van de aangedane compartimenten
Drukmeting (compartimentdruktest)
Bij vermoeden van CCS kan een drukmeting worden uitgevoerd:
- Direct na inspanning wordt een dunne naald in het spiercompartiment geprikt
- Vocht wordt ingespoten om de druk te meten
- Drukwaarden boven 30-35 mmHg (na inspanning) wijzen op CCS
- Bij de acute vorm wordt deze meting in rust uitgevoerd
Aanvullende diagnostiek
- MRI-scan: Kan spierzwelling aantonen
- Inspanningstest: Reproduceren van klachten onder gecontroleerde omstandigheden
Behandeling
Conservatieve behandeling (eerste keus)
Rust en herstel
- Complete rust van het aangedane lichaamsdeel
- Geleidelijke hervatting van activiteiten
- Fysiotherapeutische begeleiding voor verantwoorde opbouw
Aanpassingen trainingsregime
- Lagere intensiteit bij herstart
- Langzamere opbouw van belasting
- Betere warming-up en cooling-down
- Juist schoeisel en ondergrond
Ondersteunende maatregelen
- Pijnstilling indien nodig
- Massage en manuele therapie
- Stretching van aangedane spiergroepen
Operatieve behandeling (fasciotomie)
Wanneer conservatieve behandeling onvoldoende resultaat geeft, kan een fasciotomie worden overwogen.
De procedure
- Kleine incisie in de huid
- Blootleggen van de strakke fascie
- Openen in lengterichting voor meer ruimte
- Hechten van de huid
Na de operatie
- Direct gebruik van de spiergroep (lichte beweging)
- Vermijden intensieve belasting eerste weken
- Geleidelijke opbouw naar volledig sportniveau
- Fysiotherapie voor optimaal herstel
Behandeling acuut compartimentsyndroom
Bij acute vorm wordt direct geopereerd vanwege het risico op permanente schade. Sporadisch is een tweede operatie nodig bij littekenvorming.
Preventie
Trainingsadvies
- Geleidelijke opbouw van intensiteit en volume
- Adequate warming-up en cooling-down
- Variatie in trainingsvormen
- Luisteren naar het lichaam bij pijnklachten
Materiaal en omgeving
- Juist schoeisel met goede demping
- Geschikte ondergrond voor de sport
- Regelmatige vervanging van sportschoenen
Algemene gezondheid
- Goede conditie opbouwen
- Behandeling van onderliggende aandoeningen
- Correctie van voetafwijkingen indien nodig
Prognose en herstel
Conservatieve behandeling
- 70-80% verbetering bij consequent volgen van behandelplan
- Herstelperiode: 6-12 weken rust gevolgd door geleidelijke opbouw
- Terugkeer naar sport: Meestal mogelijk binnen 3-6 maanden
Na operatie
- 90-95% goede resultaten bij juiste indicatie
- Herstelperiode: 6-8 weken voor normale activiteiten
- Sporthervatting: Meestal na 3-4 maanden mogelijk
- Blijvende klachten: Bij 5-10% van de patiënten
Complicaties (zeldzaam)
- Infectie operatiewond
- Zenuwletsel tijdens operatie
- Littekenvorming met hernieuwde klachten
- Incomplete verlichting van symptomen
Wanneer naar de dokter?
Direct contact
- Plotselinge, hevige pijn die ook in rust aanhoudt
- Gevoelsstoornissen of tintelingen
- Bleke verkleuring van de huid
- Spieruitval of zwakte
Planmatig consult
- Terugkerende pijn bij sportbeoefening
- Pijn die het sporten verhindert
- Klachten die niet verbeteren na rustperiode
- Onzekerheid over de diagnose
Samenvatting
Chronisch compartimentsyndroom is een goed behandelbare aandoening die vooral sporters treft. Vroege herkenning en juiste behandeling leiden meestal tot volledig herstel. De sleutel ligt in het onderscheiden van de acute vorm en het consequent volgen van het behandelplan.
Bij aanhoudende klachten ondanks conservatieve behandeling kan een operatie uitkomst bieden. Met de juiste aanpak kunnen de meeste patiënten terugkeren naar hun gewenste activiteitenniveau.
Geef een reactie