Syndroom van Cushing

by
Published: Updated: 0 comments
Foto wat laat zien waar de oorzaak van syndroom van Cushing plaatsvindt

Ongeveer 50 mensen per jaar krijgen de diagnose syndroom van Cushing te horen. Bij deze aandoening wordt er langdurig teveel cortisol door de bijnieren aangemaakt. Daardoor neemt onder andere het spierweefsel en de botmassa af. De belangrijkste oorzaak is een – meestal – goedaardige tumor aan de hypofyse.

Te veel aan cortisol maakt spieren dunner en botten brozer

Het syndroom van Cushing wordt veroorzaakt door een te hoog cortisolgehalte in het bloed. De klachten kunnen ook uw bewegingsapparaat treffen.
Belangrijke symptomen van deze aandoening kunnen immers afbraak van spierweefsel (spieratrofie) en brozer wordende botten(osteoporose) zijn.
De beroemde Amerikaanse neurochirurg Harvey Cushing beschreef begin vorige eeuw voor het eerst dit ziektebeeld. Naar goed gebruik heeft dit syndroom dan ook zijn naam gekregen.

In Nederland krijgen naar schatting 50 mensen per jaar de diagnose syndroom van Cushing te horen. Deze aandoening komt het meest voor bij volwassen, maar ook kinderen kunnen het krijgen. Zelfs een hond kan Cushing krijgen.

Wat is cortisol?

Cortisol is een hormoon dat wordt aangemaakt door de bijnieren. Dit zijn twee kleine organen die bovenop de nieren liggen. Deze fabriekjes produceren verschillende soorten hormonen, zoals adrenaline, aldosteron, androgenen en oestrogenen. Ook cortisol wordt in de schors van de bijnieren aangemaakt.

Dit hormoon heeft grote invloed op alle cellen van uw lichaam. Cortisol controleert onder andere de bloedsuikerspiegel, bloeddruk en spierfuncties.
Het heeft ook een ontstekingsremmende werking doordat het een onderdrukkende werking op het immuunsysteem heeft.
Verder ondersteunt dit hormoon een goed slaap-waakritme. Cortisol is vooral bekend als stresshormoon. Deze benaming is niet correct, want het gaat hier eigenlijk om een anti-stresshormoon. Het stelt namelijk uw lichaam in staat om stressvolle situaties beter aan te kunnen.

Wat is de oorzaak van het syndroom van Cushing?

Er zijn meerdere oorzaken die kunnen leiden tot het syndroom van Cushing. In veel gevallen is een behandeling van hoge doseringen cortisol de belangrijkste factor. Patiënten met reumatoïde artritis krijgen dit hormoon in een synthetische vorm toegediend, zoals prednison of dexamethason. Het syndroom van Cushing is dan dus een bijwerking van de toegediende medicijnen.

Het kan ook zijn dat uw lichaam zelf teveel cortisol aanmaakt. De bijnier regelt in goed overleg met de hypofyse – een hormoonproducerend orgaantje in de hersenen – hoeveel cortisol er moet worden aangemaakt. In het geval van het syndroom van Cushing gaat er iets mis in deze communicatie. Met als gevolg dat er langdurig een overproductie van cortisol plaatsvindt.

De belangrijkste oorzaak van het syndroom van Cushing is een – meestal – goedaardig gezwel in de hypofyse. Daardoor wordt het lichaam aangespoord om meer cortisol aan te maken. Deze vorm wordt de ziekte van Cushing genoemd. Ook kan de oorzaak een tumor in de bijnieren of een ACTH-producerend gezwel elders in het lichaam zijn. ACTH stimuleert de bijnieren om extra veel cortisol aan te maken.

Symptomen van het syndroom van Cushing

De klachten kunnen van patiënt tot patiënt verschillen. Typische verschijnselen zijn vetopstapeling rond de buik en de nek. In veel gevallen neemt het spierweefsel af. Daardoor worden de armen en benen dunner en neemt de spierkracht af. Ook kan er als gevolg van het syndroom van Cushing osteoporose ontstaan. De botten worden dus dunner en brozer.

Daarnaast kunnen patiënten last krijgen van de volgende klachten:

  • overgewicht
  • opgeblazen gezicht
  • hoge bloeddruk
  • diabetes
  • vermoeidheid
  • slaapproblemen
  • problemen met het geheugen en de concentratie

Diagnostiek syndroom van Cushing

Op basis van uw klachten kan de arts vermoeden dat u het syndroom van Cushing heeft. Deze aandoening komt echter niet zo veel voor. Bovendien kunnen uw klachten ook door andere ziektes worden veroorzaakt. Daarom zijn er meerdere onderzoeken nodig om aan te tonen dat er inderdaad sprake is van een te hoog cortisolgehalte in uw lichaam.

Zo zal de arts uw vragen om gedurende 24 uur uw urine te verzamelen. Aan de hand daarvan kan hij de uitscheiding van cortisol meten. De productie van dit hormoon ligt rond 23.00 uur op het laagste niveau. Dat is dus het ideale tijdstip om de concentratie van dit hormoon te bepalen. Als dit te hoog is, dan kan dit een duidelijke verwijzing zijn naar het syndroom van Cushing.

Als uit deze onderzoeken naar voren komt dat de cortisolproductie te hoog is, zullen er nieuwe onderzoeken uitgevoerd worden om de oorzaak daarvan te achterhalen. Dit zal meestal gebeuren tijdens een korte opname in het ziekenhuis.

Uit diverse bloed- en urineonderzoeken moet dan blijken waar de oorzaak van het syndroom van Cushing zich bevindt. Met een MRI-scan van hypofyse of een CT-scan van de bijnieren of andere delen van het lichaam wordt de diagnose vervolgens bevestigd.

In sommige gevallen kan een MRI-scan het vermoeden van een hypofysetumor – de ziekte van Cushing dus – niet bevestigen. Dan kan besloten worden om een katheterisatie uit te voeren. Via de lies wordt dan wat bloed afgenomen uit de bloedvaten rondom dit orgaan in de hersenen.

Nieuwe beeldvormende technieken

Recente ontwikkelingen in beeldvormende technieken hebben de diagnostiek van het syndroom van Cushing verbeterd. Naast de conventionele MRI- en CT-scans worden nu ook specifieke PET-scans (Positron Emissie Tomografie) ingezet. Deze geavanceerde techniek maakt gebruik van radioactieve tracers die zich specifiek binden aan bepaalde receptoren op ACTH-producerende tumoren.

Dit type scan is bijzonder waardevol bij het opsporen van moeilijk te lokaliseren tumoren die conventionele beeldvorming mist. Vooral bij ectopisch Cushing syndroom, waarbij de tumor zich buiten de hypofyse bevindt, kunnen deze geavanceerde scans zoals Gallium-68 DOTATATE PET/CT of 18F-FDG PET/CT cruciaal zijn in het diagnostisch proces.

Behandeling ziekte van Cushing

Bij de ziekte van Cushing wordt de tumor aan de hypofyse operatief verwijderd. Deze ingreep vindt plaats via de neus en wordt door een neurochirurg samen met een KNO-arts uitgevoerd.

Voor de operatie moet u twee tot drie maanden tabletjes slikken die de aanmaak van cortisol door de bijnieren afremmen. Na de operatie is de normale aansturing van de bijnieren door de hypofyse uitgevallen. U moet dan tijdelijk cortisol tabletjes nemen.

De helft van de patiënten blijft daar de rest van het leven afhankelijk van. In ongeveer 35 procent van de gevallen is de operatie niet succesvol. U zult dan aanvullend bestraald worden. Als dit ook niet het gewenste resultaat oplevert, zal de specialist adviseren om beide bijnieren te verwijderen.

Vooruitgang in chirurgische technieken

De laatste jaren is er aanzienlijke vooruitgang geboekt in minimaal invasieve chirurgische technieken voor transsfenoïdale hypofyseoperaties. Endoscopische methoden hebben het mogelijk gemaakt om met kleinere incisies te werken, wat resulteert in minder weefselschade, sneller herstel en kortere ziekenhuisopnames.

Deze moderne technieken maken gebruik van high-definition endoscopische camera’s en geavanceerde navigatiesystemen, waardoor neurochirurgen tumoren met grotere precisie kunnen lokaliseren en verwijderen. Daarnaast stelt intraoperatieve MRI-beeldvorming chirurgen in staat om tijdens de operatie te controleren of de tumor volledig is verwijderd, wat de slagingskans van de ingreep aanzienlijk verhoogt.

Behandeling syndroom van Cushing

Als er geen tumor aanwezig is in de hypofyse, dan ligt de oorzaak aan een ACTH-producerend gezwel buiten de hypofyse of aan de bijnieren zelf. In het eerste geval gaat het om een (goedaardige) tumor van het autonome zenuwstelsel. Deze bevinden zich meestal in de thymus (zwezerik), longen of darmen. Er zal voor gekozen worden om dit gezwel operatief te verwijderen.

Ligt de oorzaak aan de bijnieren zelf, dan kan met medicijnen een te hoog cortisolgehalte in het bloed worden verlaagd. Ook het verwijderen van de bijnieren behoort tot de mogelijkheden.

Nieuwe medicamenteuze behandelingen

De afgelopen jaren zijn er nieuwe medicamenteuze behandelingen ontwikkeld voor patiënten met het syndroom van Cushing. Een belangrijke doorbraak is pasireotide (Signifor), een medicijn dat specifiek is goedgekeurd voor de ziekte van Cushing. Dit geneesmiddel is een somatostatine-analoog dat bindt aan receptoren op de hypofysetumor, waardoor de productie van ACTH wordt verminderd en daarmee ook de cortisolproductie in de bijnieren.

Andere recente medicamenteuze ontwikkelingen zijn:

  • Osilodrostat (Isturisa) – een krachtige remmer van cortisolproductie
  • Retinoïden zoals mifepristone (Korlym) – blokkeren de werking van cortisol
  • Metyrapon en ketoconazol – remmen verschillende enzymen die betrokken zijn bij de synthese van cortisol

Deze medicijnen worden vaak gebruikt als overbrugging naar een operatie, als aanvulling op een niet volledig geslaagde operatie, of als hoofdbehandeling wanneer operatie niet mogelijk is.

Langetermijneffecten en kwaliteit van leven

Er is tegenwoordig meer aandacht voor de langetermijneffecten van het syndroom van Cushing en de kwaliteit van leven na behandeling. Onderzoek heeft aangetoond dat zelfs na succesvolle behandeling en normalisering van de cortisolspiegels, veel patiënten nog geruime tijd last kunnen hebben van lichamelijke en psychische klachten.

Deze persisterende symptomen kunnen onder meer zijn:

  • Vermoeidheid en verminderde belastbaarheid
  • Cognitieve problemen zoals verminderde concentratie en geheugen
  • Depressieve klachten en angsten
  • Blijvende veranderingen in lichaamssamenstelling
  • Cardiometabole risicofactoren zoals diabetes, hoge bloeddruk en verhoogd cholesterol

Moderne behandelprotocollen besteden daarom steeds meer aandacht aan multidisciplinaire nazorg, waarbij niet alleen de endocrinologische aspecten worden gemonitord, maar ook aandacht is voor psychologische begeleiding, leefstijladviezen en revalidatie. Dit integrale zorgmodel heeft als doel de kwaliteit van leven van patiënten na behandeling te optimaliseren.

You may also like