Je zit gewoon op de bank, ontspannen een serie te kijken, en plotseling voel je het: je hart begint ineens razendsnel te kloppen. Het bonst in je borst, zo hard dat je het in je keel voelt. Je hartslag lijkt te racen, alsof je net een sprint hebt getrokken – maar je hebt helemaal niets gedaan. Je ademhaling versnelt, je voelt je licht in je hoofd, misschien zelfs een beetje paniek. Wat gebeurt er? Is dit gevaarlijk? Moet je 112 bellen?
Of misschien herken je dit scenario: je merkt dat je hart steeds vaker en langer sneller klopt dan normaal. Na het traplopen duurt het veel te lang voordat je hartslag weer normaliseert. Soms word je ’s nachts wakker met een bonzend hart zonder duidelijke reden. Je voelt je vaker moe, een beetje duizelig, en het lukt niet meer om dezelfde dingen te doen die je altijd deed zonder buiten adem te raken.
Een te snelle hartslag – medisch gezien tachycardie genoemd – is een van die verschijnselen waar veel mensen mee te maken krijgen, maar waar ook veel verwarring over bestaat. Wanneer is een snelle hartslag normaal en wanneer wijst het op een probleem? Waarom gebeurt dit? En het belangrijkste: wanneer moet je je zorgen maken en actie ondernemen?
Het verwarrende aan tachycardie is dat het in veel gevallen volkomen onschuldig is – je hart klopt sneller omdat het moet reageren op iets, en dat is precies wat een gezond hart hoort te doen. Maar soms kan een te snelle hartslag wijzen op een onderliggende aandoening die aandacht nodig heeft. Het is cruciaal om het verschil te kennen.
In dit artikel duiken we diep in tachycardie. Je leert wat er precies gebeurt in je hart wanneer het te snel klopt, wat de verschillende oorzaken zijn – van volkomen normaal tot medisch urgent – en hoe je kunt herkennen wanneer je hulp moet zoeken. Want een bewuste, rustige hartslag is fundamenteel voor je gezondheid, en als die verstoord is, verdient dat je aandacht.
Wat is tachycardie precies?
Tachycardie is de medische term voor een hartslag die sneller is dan normaal. Het komt van het Griekse woord “tachys” (snel) en “kardia” (hart). Maar wat is eigenlijk “normaal”?
Bij een gezonde volwassene in rust ligt de hartslag tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Alles boven de 100 slagen per minuut in rust wordt technisch gezien tachycardie genoemd. Maar hier begint al de nuance: niet elke hartslag boven de 100 is problematisch.
Het verschil tussen normale en abnormale tachycardie
Dit is misschien wel het belangrijkste onderscheid dat je moet begrijpen:
Normale (sinustachycardie) is een snelle hartslag met een duidelijke, logische oorzaak. Je hart klopt sneller omdat je lichaam meer zuurstof en energie nodig heeft, of omdat je stresshormonen hebt vrijgemaakt die je hart aanzetten tot actie. Voorbeelden:
- Je rent om de bus te halen – je hartslag schiet omhoog naar 130-160 slagen per minuut
- Je voelt acute stress of angst – adrenaline laat je hart sneller kloppen
- Je hebt koorts – elke graad lichaamstemperatuur verhoging laat je hart ongeveer 10 slagen per minuut sneller kloppen
- Je hebt koffie gedronken of een energiedrankje – cafeïne stimuleert je hart
- Je bent zwanger – je lichaam pompt meer bloed rond, je hart moet harder werken
In al deze gevallen doet je hart gewoon zijn werk: het reageert op een verhoogde vraag of een externe stimulus. Zodra de trigger verdwijnt (je stopt met rennen, je koorts zakt, de cafeïne is uitgewerkt), normaliseert je hartslag weer.
Abnormale tachycardie daarentegen is een snelle hartslag zonder duidelijke externe oorzaak, of een hartslag die veel te snel is gezien de situatie. Dit wijst op een probleem met het elektrische systeem van je hart of een onderliggende medische aandoening. Je hart klopt te snel omdat er iets misgaat in de coördinatie van hartslagen, niet omdat je lichaam het vraagt.
Hoe werkt de hartslag normaal?
Om te begrijpen wat er misgaat bij abnormale tachycardie, moet je eerst weten hoe je hartslag normaal wordt geregeld.
Je hart heeft een ingebouwd “pacemakersysteem” – een cluster van gespecialiseerde cellen die elektrische impulsen genereren en je hart vertellen wanneer het moet samentrekken. Dit systeem heet de sinusknoop en ligt in de rechterboezem (atrium) van je hart.
De sinusknoop genereert regelmatig elektrische impulsen die zich door je hele hart verspreiden via elektrische “snelwegen” – gespecialiseerde geleidingsbanen. Deze impulsen vertellen eerst je boezems (atria) om samen te trekken en bloed naar je hartkamers (ventrikels) te persen. Dan bereikt het signaal je kamers, die samentrekken en bloed je lichaam inpompen – naar je longen voor zuurstof, en naar de rest van je lichaam om cellen van voedingsstoffen te voorzien.
Dit gebeurt normaal gesproken 60 tot 100 keer per minuut in rust, in een mooi gecoördineerd, ritmisch patroon. Je autonome zenuwstelsel regelt de snelheid: je sympathische systeem (vecht-of-vlucht) versnelt je hart wanneer nodig, je parasympatische systeem (rust-en-herstel) vertraagt het weer.
Bij abnormale tachycardie gaat er iets mis in dit systeem. Soms genereert de sinusknoop te snelle signalen. Soms ontstaan elektrische impulsen op de verkeerde plek in je hart. Of soms circuleren elektrische signalen in een oneindige lus door je hart. Dit leidt tot een hart dat te snel klopt, vaak zonder dat het nodig is.
Soorten tachycardie: niet alles is hetzelfde
Niet alle tachycardie is hetzelfde. Afhankelijk van waar in je hart het probleem ontstaat, zijn er verschillende types, elk met hun eigen oorzaken, symptomen en risico’s.
Sinustachycardie
Dit is de meest voorkomende en meestal onschuldigste vorm. Je sinusknoop werkt normaal, maar genereert gewoon snellere impulsen dan normaal – meestal als reactie op iets. Dit is die “normale tachycardie” die we eerder bespraken.
Je hartslag kan oplopen tot 100-150 slagen per minuut (soms hoger bij intensieve inspanning), maar het ritme blijft regelmatig. Zodra de oorzaak verdwijnt, normaliseert je hartslag geleidelijk. Dit type tachycardie is geen hartritmestoornis – het is een normale respons van een gezond hart op externe factoren.
Supraventriculaire tachycardie (SVT)
Dit is een parapluterm voor hartritmestoornissen die ontstaan boven de hartkamers (in de boezems of de geleidingsbanen tussen boezems en kamers). Bij SVT ontstaan abnormale elektrische circuits die zorgen voor plotselinge, snelle hartslagen.
Boezemtachycardie is een vorm van SVT waarbij de boezems razendsnel kloppen – vaak 150 tot 250 slagen per minuut. Dit kan plotseling beginnen (je voelt je hart ineens “omslaan” naar een race-tempo) en soms ook plotseling stoppen. Aanvallen kunnen een paar minuten tot uren duren.
AV-nodale reëntrant tachycardie (AVNRT) is de meest voorkomende vorm van SVT. Hier cirkelen elektrische impulsen in een lus door een gebied tussen je boezems en kamers (de AV-knoop), waardoor je hart snel en regelmatig klopt zonder ophouden. Dit voelt vaak aan als een plotseling begin van hartbonzen.
Wolff-Parkinson-White syndroom (WPW) is een aangeboren aandoening waarbij er een extra elektrische verbinding bestaat tussen boezems en kamers. Deze extra “snelweg” kan leiden tot snelle, circulerende elektrische signalen en plotselinge tachycardie aanvallen.
Atriumfibrilleren en atriumfladderen
Bij atriumfibrilleren (boezemfibrilleren) kloppen je boezems niet meer gecoördineerd, maar “fladderen” ze chaotisch met snelheden tot 400-600 impulsen per minuut. Niet al deze impulsen bereiken je kamers (gelukkig), maar je kamers kloppen vaak onregelmatig en soms te snel – meestal 100-175 slagen per minuut.
Dit voelt anders aan dan andere vormen van tachycardie: je hartslag is niet alleen snel, maar ook onregelmatig en chaotisch. Het is alsof je hart “fladdert” of “woelt” in je borst in plaats van duidelijk te kloppen.
Bij atriumfladderen is het patroon iets regelmatiger, maar nog steeds abnormaal snel. Je boezems kloppen vaak 250-350 keer per minuut in een vast patroon.
Beide aandoeningen zijn veelvoorkomend, vooral bij ouderen, en kunnen leiden tot ernstige complicaties zoals bloedstolsels en beroertes als ze niet behandeld worden.
Ventrikeltachycardie (kamertachycardie)
Dit is de meest zorgwekkende vorm. Bij ventrikeltachycardie ontstaan abnormale elektrische impulsen in de hartkamers zelf, wat leidt tot zeer snelle hartslagen – vaak 150 tot 250 slagen per minuut of meer.
Het gevaar hier is dat bij zo’n snelle hartslag je kamers niet genoeg tijd hebben om zich te vullen met bloed tussen slagen door. Hierdoor pompt je hart veel minder effectief. Je bloeddruk kan dalen, organen krijgen te weinig zuurstof, en je kunt flauwvallen.
Erger nog: ventrikeltachycardie kan escaleren naar ventrikelfibrilleren, waarbij je hartkamers helemaal niet meer effectief samentrekken maar alleen chaotisch “trillen”. Dit is hartstilstand – je bloedsomloop valt stil. Zonder onmiddellijke reanimatie en een schok met een defibrillator is dit binnen minuten fataal.
Ventrikeltachycardie treedt vaak op bij mensen met hartaandoeningen – bijvoorbeeld een eerder hartinfarct dat littekens in de hartspier heeft achtergelaten, of hartfalen. Het is zeldzamer bij jonge, gezonde mensen, maar wanneer het optreedt is het een medisch noodgeval.
Oorzaken van tachycardie: waarom klopt je hart te snel?
De oorzaken van een te snelle hartslag variëren enorm – van volkomen onschuldige, tijdelijke triggers tot ernstige onderliggende aandoeningen. Laten we ze categoriseren.
Normale, fysiologische oorzaken
Dit zijn situaties waarin je hart gewoon zijn werk doet door sneller te kloppen:
Lichamelijke inspanning is de meest voor de hand liggende. Wanneer je sport, rent, fietst, of zelfs snel de trap oploopt, heeft je lichaam meer zuurstof nodig. Je hart klopt sneller en harder om dat te leveren. Hoe intenser de inspanning, hoe sneller je hart. Bij topatleten kan de hartslag tijdens inspanning oplopen tot 180-200 slagen per minuut. Dit is volkomen normaal en gezond.
Emoties en stress hebben een direct effect op je hartslag. Wanneer je angstig, gestrest, opgewonden, boos, of verliefd bent, maakt je lichaam adrenaline aan. Dit hormoon versnelt je hartslag, verhoogt je bloeddruk, en zet je lichaam klaar voor actie. Acute stress – een conflict, slecht nieuws, een bijna-ongeluk – kan je hart binnen seconden doen versnellen naar 120-140 slagen per minuut.
Koorts is een bekende trigger. Voor elke graad Celsius dat je lichaamstemperatuur stijgt boven de normale 37°C, versnelt je hart ongeveer 10 slagen per minuut. Bij een koorts van 39°C kan je hartslag in rust dus 80-90 in plaats van 60-70 zijn. Dit is normaal – je lichaam werkt hard om de infectie te bestrijden.
Zwangerschap verhoogt de hartslag structureel. Je lichaam pompt 30-50% meer bloed rond om je baby van zuurstof en voedingsstoffen te voorzien. Je hart moet dus sneller kloppen om dat volume aan te kunnen. Een rustende hartslag van 80-100 is normaal tijdens zwangerschap.
Uitdroging en bloedverlies dwingen je hart om sneller te kloppen om voldoende bloeddruk te behouden met minder volume. Als je ernstig uitgedroogd bent door bijvoorbeeld diarree, braken, of te weinig drinken in hitte, compenseert je hart door harder te werken.
Leefstijl en externe triggers
Veel aspecten van je dagelijks leven kunnen je hartslag beïnvloeden:
Cafeïne is een stimulant die je hartslag verhoogt. Een of twee koppen koffie per dag zijn voor de meeste mensen onproblematisch, maar te veel cafeïne – meerdere koppen koffie, energiedrankjes, cafetabletten – kan leiden tot tachycardie, vooral als je gevoelig bent. Sommige mensen krijgen al hartkloppingen van één espresso.
Nicotine uit roken of vapen stimuleert je sympathische zenuwstelsel en versnelt je hart. Rokershart is vaak 10-20 slagen per minuut sneller dan niet-rokershart, zelfs in rust.
Alcohol kan op twee manieren tachycardie veroorzaken. Op korte termijn, tijdens het drinken, kan alcohol je hartslag verhogen door vasodilatatie (verwijding van bloedvaten) en stimulatie. Maar het bekendste fenomeen is “holiday heart syndrome” – boezemfibrilleren of andere hartritmestoornissen na een periode van overmatig alcoholgebruik, zoals tijdens feestdagen of vakanties.
Drugs zoals cocaïne, amfetamine, XTC, en andere stimulanten versnellen je hart dramatisch en kunnen gevaarlijke hartritmestoornissen veroorzaken. Dit is een van de redenen waarom drugsgebruik zo gevaarlijk is – het kan plotselinge hartdood veroorzaken, zelfs bij jonge, ogenschijnlijk gezonde mensen.
Medicijnen kunnen als bijwerking tachycardie veroorzaken. Voorbeelden zijn sommige astmamedicijnen (bètamimetica), bepaalde medicijnen tegen ADHD (methylfenidaat), schildklierhormoon supplementen bij te hoge dosis, en sommige neusmedicijnen.
Te weinig slaap en chronische slaaptekort verhogen stress op je lichaam en activeren je sympathische zenuwstelsel, wat je hartslag verhoogt, zelfs in rust.
Medische aandoeningen
Diverse ziekten kunnen tachycardie veroorzaken of verergeren:
Schildklieraandoeningen, specifiek hyperthyreoïdie (overactieve schildklier), is een belangrijke oorzaak. Je schildklier produceert hormonen die je metabolisme reguleren. Bij hyperthyreoïdie draait alles op volle toeren – inclusief je hart. Een constante hartslag boven de 100, zelfs in rust, is een klassiek symptoom. Vaak gaat dit gepaard met gewichtsverlies, zweten, nervositeit, en tremoren.
Anemie (bloedarmoede) betekent dat je te weinig rode bloedcellen of hemoglobine hebt om zuurstof te vervoeren. Je hart compenseert door sneller te kloppen om genoeg zuurstof naar je weefsels te krijgen. Bij ernstige anemie kan je rustende hartslag oplopen tot 100-120.
Longaandoeningen zoals COPD, ernstig astma, of longembolie kunnen leiden tot zuurstoftekort in je bloed. Je hart probeert dit te compenseren door sneller te pompen.
Lage bloeddruk (hypotensie) dwingt je hart om sneller te kloppen om voldoende bloedstroom te behouden. Als je bloeddruk te laag is, krijgen je organen niet genoeg bloed – je hart racet om dit op te vangen.
Infecties en sepsis (bloedvergiftiging) verhogen je hartslag dramatisch als onderdeel van de ontstekingsreactie en koorts.
Pijn activeert je sympathische zenuwstelsel en kan je hartslag verhogen.
Hartaandoeningen zelf
Dit zijn de meer zorgwekkende oorzaken:
Eerdere hartaanvallen kunnen littekens in je hartspier achterlaten. Deze littekens verstoren de elektrische geleiding en kunnen abnormale elektrische circuits creëren die leiden tot ventrikeltachycardie.
Hartfalen betekent dat je hart niet meer effectief pompt. Als compensatie klopt het sneller om te proberen genoeg bloed rond te pompen. Een chronisch verhoogde hartslag is vaak een teken van hartfalen.
Vernauwde kransslagaders (coronairlijden) beperken de zuurstoftoevoer naar je hartspier. Je hart kan gaan racen, vooral bij inspanning, wanneer het te weinig zuurstof krijgt.
Hartklepaandoeningen verstoren de normale bloedstroom door je hart, wat kan leiden tot compenserende tachycardie.
Cardiomyopathie (hartspierziekten) veranderen de structuur en functie van je hart en maken het vatbaar voor hartritmestoornissen.
Aangeboren hartafwijkingen in de elektrische geleiding, zoals het eerder genoemde Wolff-Parkinson-White syndroom, kunnen leiden tot aanvallen van zeer snelle hartslagen.
Andere medische triggers
Elektrolytstoornissen – tekorten of overschotten van mineralen zoals kalium, magnesium, of calcium – kunnen hartritmestoornissen triggeren. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij ernstige uitdroging, nieraandoeningen, of bepaalde medicatie.
Hormonale veranderingen tijdens menstruatie, overgang, of bij hormoontherapie kunnen bij sommige vrouwen tachycardie veroorzaken.
Angststoornissen en paniekstoornis gaan vaak gepaard met aanvallen van tachycardie. Het is soms moeilijk om te onderscheiden of de snelle hartslag wordt veroorzaakt door angst, of dat een hartritmestoornis angst veroorzaakt – beide kunnen elkaar versterken.
Symptomen: hoe voelt tachycardie?
Niet iedereen met tachycardie heeft symptomen, en de symptomen die mensen ervaren verschillen enorm afhankelijk van hoe snel het hart klopt, hoe lang het aanhoudt, en of er onderliggende hartaandoeningen zijn.
Hartgerelateerde symptomen
Hartkloppingen zijn het meest kenmerkende symptom. Je voelt je hart kloppen in je borst, keel, of nek. Sommige mensen beschrijven het als “bonzen”, “flutteren”, “racen”, of “hameren”. Je bent je plotseling heel bewust van je hartslag op een manier die normaal niet gebeurt.
Bij normale sinustachycardie voelen hartkloppingen meestal regelmatig, zij het snel. Bij hartritmestoornissen zoals boezemfibrilleren voelt het chaotisch, onregelmatig, alsof je hart “woelt” of “fladdeert” zonder patroon.
Het gevoel dat je hart “omslaat” of plotseling begint te racen is typerend voor aanvallen van SVT. Je merkt een duidelijk moment waarop je hartslag overschakelt van normaal naar extreem snel, als een schakelaar die omgaat.
Druk of ongemak op de borst kan optreden bij langdurige of zeer snelle tachycardie. Dit komt doordat je hartspier zelf veel zuurstof nodig heeft, en bij zeer snelle hartslagen krijgen je kransslagaders niet genoeg tijd om de hartspier van bloed te voorzien tussen slagen door. Dit kan aanvoelen als een drukkend, knellend gevoel, of zelfs pijn.
Let op: Acute, hevige pijn op de borst tijdens tachycardie kan wijzen op een hartaanval en is een alarmsignaal – bel direct 112.
Gerelateerde fysieke symptomen
Kortademigheid treedt vaak op. Je hart klopt snel, maar pompt minder effectief, dus je organen – inclusief je longen – krijgen niet optimaal zuurstof. Je begint sneller en dieper te ademen om te compenseren. Zelfs bij minimale inspanning, zoals van je stoel opstaan, voel je je buiten adem.
Duizeligheid en licht gevoel in je hoofd komen voor wanneer je hersenen niet genoeg zuurstofrijk bloed krijgen. Dit kan leiden tot:
- Een wazig, onwerkelijk gevoel
- Het gevoel dat je gaat flauwvallen (presyncope)
- Daadwerkelijk flauwvallen (syncope) – dit is een alarmsignaal
Flauwvallen tijdens tachycardie is ernstig en vereist medische evaluatie, omdat het kan wijzen op gevaarlijke hartritmestoornissen of een hart dat niet genoeg bloed rondpompt.
Vermoeidheid en zwakte zijn veelvoorkomend bij chronische of terugkerende tachycardie. Je hart werkt constant te hard, je lichaam krijgt niet optimaal bloed en zuurstof, en dat put je uit. Zelfs dagelijkse activiteiten voelen zwaar.
Zweten treedt vaak op, vooral tijdens aanvallen. Je lichaam activeert je sympathische zenuwstelsel (vecht-of-vlucht reactie), wat ook je zweetklieren aanzet.
Misselijkheid kan voorkomen door de stress op je lichaam en verminderde bloedstroom naar je spijsverteringssysteem.
Angst en paniek zijn zowel oorzaak als gevolg. Een snelle hartslag kan angst veroorzaken (“Er is iets ergs aan de hand met mijn hart!”), en die angst op zijn beurt versnelt je hart verder. Dit kan een vicieuze cirkel worden.
Wanneer geen symptomen?
Interessant genoeg hebben sommige mensen helemaal geen symptomen bij milde tachycardie. Hun hartslag is chronisch iets verhoogd (bijvoorbeeld 90-105 in rust in plaats van 60-70), maar ze merken het niet. Dit wordt vaak toevallig ontdekt tijdens een routinecontrole.
Dit is niet per se problematisch, maar het hangt af van de oorzaak. Als het komt door bijvoorbeeld een onbehandelde schildklieraandoening of hartaandoening, is behandeling wel belangrijk – ongeacht of je symptomen hebt.
Diagnose: hoe wordt tachycardie vastgesteld?
Als je last hebt van symptomen die wijzen op tachycardie, is het belangrijk om het te laten onderzoeken. Diagnose begint bij je huisarts en kan doorverwezen worden naar een cardioloog als dat nodig is.
Het medisch gesprek
Je arts begint met vragen:
- Wanneer begon de snelle hartslag? Plotseling of geleidelijk?
- Hoe voelt het? Regelmatig of onregelmatig?
- Hoe lang duurt het? Seconden, minuten, uren?
- Wat triggers het? Inspanning, stress, bepaalde momenten?
- Welke andere symptomen heb je? Duizeligheid, kortademigheid, pijn op de borst?
- Ben je ooit flauwgevallen?
- Wat is je medische geschiedenis? Hartaandoeningen, schildklierproblemen, andere ziekten?
- Welke medicijnen gebruik je?
- Gebruik je cafeïne, alcohol, drugs, of rook je?
- Heeft iemand in je familie hartritmestoornissen of plotselinge hartdood op jonge leeftijd gehad?
Deze vragen helpen je arts om te bepalen of verdere diagnostiek nodig is en welke tests het meest relevant zijn.
Lichamelijk onderzoek
Je arts controleert:
- Je pols: snelheid, regelmatigheid, sterkte
- Je bloeddruk: is deze normaal, te hoog, of te laag?
- Hartgeluiden: zijn er onregelmatigheden, souflés (geruis), of afwijkende ritmes hoorbaar met een stethoscoop?
- Tekenen van hartfalen: vochtophoping (gezwollen enkels), vocht in de longen
- Schildklier: vergroting of knobbels die wijzen op schildklieraandoeningen
Elektrocardiogram (ECG)
Dit is de belangrijkste test. Een ECG registreert de elektrische activiteit van je hart via elektroden op je borst, armen, en benen. Het duurt slechts een paar minuten en is pijnloos.
Een ECG kan laten zien:
- Hoe snel je hart klopt
- Of het ritme regelmatig of onregelmatig is
- Waar in je hart de elektrische impulsen ontstaan
- Of er tekenen zijn van eerdere hartschade of vergroting van hartstructuren
Het probleem: Een standaard ECG duurt maar 10 seconden. Als je op dat moment geen tachycardie hebt, ziet het er misschien normaal uit. Daarom zijn er aanvullende methoden:
Holteronderzoek: Je draagt 24 tot 48 uur (soms langer) een draagbaar ECG-apparaat dat continu je hartritme registreert. Je houdt een dagboek bij van activiteiten en symptomen. Dit helpt om intermittente (af en toe optredende) tachycardie te vangen.
Event recorder: Een kleiner apparaat dat je weken tot maanden draagt. Je activeert het zelf wanneer je symptomen voelt, zodat het ECG op dat moment wordt vastgelegd. Sommige moderne versies registreren automatisch wanneer ze een abnormaal ritme detecteren.
Implanteerbare loop recorder: Voor moeilijk te vangen hartritmestoornissen kan een heel klein apparaat onder je huid worden geïmplanteerd (eenvoudige procedure) dat maanden tot jaren je hartritme monitort.
Echocardiogram (hartecho)
Dit is een ultrasound van je hart. Het laat de structuur en functie zien:
- Grootte van je hartkamers en boezems
- Hoe goed je hart samentrekt (pompfunctie)
- Of er problemen zijn met hartkleppen
- Of er verdikking of andere afwijkingen van de hartwand zijn
Een echo helpt om onderliggende hartaandoeningen op te sporen die tachycardie kunnen veroorzaken of verergeren.
Inspanningstest (fiets- of loopbandtest)
Je fietst of loopt op een loopband terwijl je hartritme en bloeddruk continu worden gemonitord. Dit helpt om te zien:
- Hoe je hart reageert op inspanning
- Of inspanning abnormale hartritmestoornissen triggert
- Hoe snel je hart normaliseert na inspanning (herstel)
- Of er tekenen zijn van zuurstoftekort in je hartspier
Bloedonderzoek
Bloedtests kunnen onderliggende oorzaken opsporen:
- Schildklierfunctie (TSH, FT4): hyperthyreoïdie opsporen
- Elektrolyten (kalium, magnesium, calcium): stoornissen die hartritmestoornissen kunnen triggeren
- Bloedarmoede (hemoglobine, ferritine): te weinig zuurstoftransport
- Hartenzymen (troponine): bij verdenking op hartschade
Elektrofysiologisch onderzoek (EPO)
Dit is een invasieve test die alleen wordt gedaan als minder invasieve methoden geen duidelijkheid geven, of als voorbereiding op een behandeling zoals ablatie.
Via een katheter (dun slangetje) in een bloedvat in je lies wordt een elektrode naar je hart geleid. Deze kan de elektrische activiteit zeer gedetailleerd in kaart brengen en precies lokaliseren waar abnormale impulsen ontstaan. Ook kunnen artsen tijdens het onderzoek hartritmestoornissen triggeren om te zien hoe je hart reageert.
Behandeling: wat kun je ertegen doen?
De behandeling van tachycardie hangt volledig af van het type, de oorzaak, de ernst, en hoe het je beïnvloedt. In veel gevallen is geen behandeling nodig. In andere gevallen is acute interventie levensreddend.
Wanneer is geen behandeling nodig?
Normale sinustachycardie als reactie op inspanning, stress, koorts, of cafeïne vereist meestal geen behandeling. Zodra de trigger verdwijnt, normaliseert je hartslag vanzelf. Het is belangrijk om de onderliggende oorzaak aan te pakken (uitrusten als je koorts hebt, minder cafeïne als dat de trigger is), maar je hart zelf hoeft niet behandeld te worden.
Ook bij milde, zeldzame aanvallen van hartritmestoornissen die snel vanzelf overgaan en je niet beperken, kan je arts kiezen om een afwachtend beleid te voeren – je in de gaten houden zonder direct in te grijpen.
Leefstijlaanpassingen: de basis
Voor veel mensen met tachycardie zijn leefstijlveranderingen de eerste en soms enige noodzakelijke stap:
Verminder of stop cafeïne: Als je merkt dat koffie, energiedrankjes, of thee je hartslag verhogen of hartkloppingen triggeren, verminder dan je inname drastisch of stop ermee. Dit kan een enorm verschil maken. Veel mensen met SVT merken dat hun aanvallen vrijwel verdwijnen als ze stoppen met cafeïne.
Stop met roken: Nicotine versnelt je hart en verhoogt je risico op hartritmestoornissen. Stoppen is cruciaal.
Beperk alcohol: Vooral bij mensen met boezemfibrilleren of andere atriale hartritmestoornissen kan alcohol aanvallen triggeren. Sommigen moeten helemaal stoppen, anderen kunnen kleine hoeveelheden tolereren – je arts kan adviseren.
Vermijd drugs: Dit spreekt voor zich, maar het is essentieel. Stimulerende drugs zijn extreem gevaarlijk voor mensen met hartritmestoornissen.
Stressmanagement: Chronische stress verergert tachycardie. Technieken zoals mindfulness, ademhalingsoefeningen, yoga, meditatie, of therapie kunnen enorm helpen om je sympathische zenuwstelsel te kalmeren.
Voldoende slaap: Slaaptekort verhoogt stress en kan hartritmestoornissen triggeren. Mik op 7-9 uur per nacht.
Gezond gewicht: Overgewicht belast je hart en verhoogt je risico op hartritmestoornissen. Afvallen kan helpen om tachycardie te verminderen.
Regelmatige, matige beweging: Dit klinkt misschien contra-intuïtief als je hart al te snel klopt, maar regelmatige beweging versterkt je hart op lange termijn en verlaagt je rustende hartslag. Begin geleidelijk en bouw op. Overleg met je arts welke vorm en intensiteit veilig is voor jou.
Acute interventies: een aanval stoppen
Als je een aanval van SVT hebt – je hart is plotseling aan het racen – zijn er manoeuvres die je kunt proberen om het te stoppen. Deze werken door je nervus vagus te stimuleren, wat je parasympatische zenuwstelsel activeert en je hart kan vertragen.
Valsalva manoeuvre: Neem een diepe ademteug, knijp je neus dicht, sluit je mond, en probeer uit te ademen tegen weerstand in (alsof je perst). Houd dit 10-15 seconden vast. Dit verhoogt de druk in je borst en kan je hartritme resetten.
Koud water in je gezicht: Houd je gezicht onder ijskoud water, of leg een zak met ijsklontjes op je gezicht terwijl je je adem inhoudt. De plotselinge kou activeert de “duikreflex” die je hart vertraagt.
Hoesten of kokhalzen: Forceer een paar keer stevig hoesten, of probeer te kokhalzen (alsof je moet braken). Dit stimuleert ook de nervus vagus.
Druk op je oogbollen: Dit wordt soms genoemd, maar artsen raden het af vanwege het risico op oogschade. Doe dit niet zelf.
Let op: Deze manoeuvres werken alleen bij bepaalde soorten SVT. Bij ventrikeltachycardie zijn ze niet effectief en moet je onmiddellijk medische hulp zoeken.
Als deze manoeuvres niet werken en je aanval blijft aanhouden, bel je huisarts of ga naar de spoedeisende hulp.
Medicatie: de hartslag onder controle houden
Er zijn verschillende medicijngroepen die gebruikt worden om tachycardie te behandelen:
Bètablokkers (zoals metoprolol, bisoprolol, atenolol) blokkeren de effecten van adrenaline op je hart. Ze vertragen je hartslag en maken je hart minder prikkelbaar voor abnormale ritmes. Bètablokkers worden vaak voorgeschreven bij:
- Chronische sinustachycardie
- SVT (om aanvallen te voorkomen)
- Boezemfibrilleren (om de hartslagcontrole te verbeteren)
- Tachycardie door stress, angst, of hyperthyreoïdie
Bijwerkingen kunnen zijn: vermoeidheid, koude handen en voeten, soms duizeligheid.
Calciumkanaalblokkers (zoals verapamil, diltiazem) werken ook door je hart te vertragen en worden gebruikt voor soortgelijke indicaties als bètablokkers, vooral bij mensen die bètablokkers niet verdragen.
Anti-aritmica zijn medicijnen die specifiek de elektrische geleiding in je hart beïnvloeden om abnormale ritmes te voorkomen. Voorbeelden zijn:
- Flecaïnide: wordt gebruikt om SVT en boezemfibrilleren te voorkomen
- Amiodaron: een krachtig medicijn voor ernstige hartritmestoornissen, inclusief ventrikeltachycardie
- Sotalol: combineert eigenschappen van bètablokkers en anti-aritmica
Deze medicijnen zijn effectief, maar kunnen ook zelf hartritmestoornissen veroorzaken (pro-aritmisch effect), dus ze worden alleen voorgeschreven wanneer nodig en onder nauwkeurige medische begeleiding.
Digoxine wordt soms gebruikt bij boezemfibrilleren om de hartslag te vertragen, maar is tegenwoordig minder populair vanwege betere alternatieven.
Let op: Neem nooit medicatie voor je hart zonder voorschrift en begeleiding van een arts. Deze medicijnen hebben serieuze effecten en vereisen monitoring.
Cardioversie: het ritme resetten
Als medicatie niet voldoende werkt of als je een acute, ernstige aanval van tachycardie hebt (bijvoorbeeld langdurige boezemfibrilleren of ventrikeltachycardie), kan cardioversie nodig zijn om je hartritme te “resetten”.
Elektrische cardioversie: Onder lichte anesthesie (je wordt in slaap gebracht voor de procedure) wordt een elektrische schok via elektroden op je borst afgeleverd. Deze schok synchroniseert alle elektrische activiteit in je hart tegelijk, waardoor abnormale circuits worden verbroken en je sinusknoop weer de controle kan overnemen. Het duurt slechts enkele minuten en is zeer effectief.
Chemische cardioversie: Via een infuus krijg je medicijnen (zoals amiodaron of flecaïnide) die je hartritme normaliseren. Dit werkt langzamer dan een elektrische schok maar is minder invasief.
Cardioversie lost het probleem vaak direct op, maar voorkomt niet per se dat het terugkomt. Daarom wordt het vaak gecombineerd met onderhoudsbehandeling (medicijnen of ablatie).
Ablatie: de bron wegnemen
Bij mensen met terugkerende, lastige hartritmestoornissen kan katheterablatie een permanente oplossing bieden.
Tijdens deze procedure wordt een katheter via een bloedvat in je lies naar je hart geleid. Met behulp van röntgen of andere beeldvorming lokaliseert de cardioloog precies waar de abnormale elektrische impulsen ontstaan of circuleren. Vervolgens wordt dat weefsel “geablateerd” – weggebrand met radiofrequentie-energie of bevroren met vrieskoude.
Dit creëert kleine littekens die de abnormale elektrische banen onderbreken en voorkomen dat de hartritmestoornis nog kan ontstaan.
Ablatie is zeer succesvol voor veel vormen van SVT – succespercentages liggen vaak boven de 90%. Voor boezemfibrilleren is het wat complexer en is soms meer dan één procedure nodig, maar het kan voor veel mensen de noodzaak voor levenslange medicatie voorkomen.
De procedure duurt meestal 2-4 uur. Je bent bij bewustzijn maar krijgt verdoving. De hersteltijd is kort – vaak kun je de volgende dag naar huis.
Risico’s zijn klein maar omvatten: bloeding op de insteekplaats, harttamponade (bloeding rond het hart), schade aan hartkleppen of bloedvaten, en zelden het per ongeluk beschadigen van normale geleidingsbanen waardoor een pacemaker nodig wordt.
Pacemaker en ICD: technologische hulp
In sommige gevallen is een geïmplanteerd apparaat nodig:
Pacemaker: Als ablatie de normale geleiding beschadigt of als je zowel te snelle als te langzame hartslagen hebt, kan een pacemaker nodig zijn. Dit kleine apparaat wordt onder je sleutelbeen geïmplanteerd en stuurt elektrische impulsen naar je hart om het in het juiste ritme te houden.
ICD (Implanteerbare Cardioverter Defibrillator): Bij mensen met een hoog risico op levensbedreigende ventrikeltachycardie of ventrikelfibrilleren wordt een ICD geïmplanteerd. Dit apparaat monitort continu je hartritme. Als het een gevaarlijk snel ritme detecteert, geeft het automatisch een schok om je hart te resetten. Het is letterlijk een ingebouwde defibrillator die je leven kan redden.
ICD’s worden vaak geplaatst bij mensen die:
- Een eerder hartinfarct hebben gehad met schade aan de hartspier
- Ernstig hartfalen hebben
- Een erfelijke aandoening hebben die plotselinge hartdood kan veroorzaken
- Al een episode van plotselinge hartstilstand hebben overleefd
Behandeling van onderliggende oorzaken
Vaak is de beste behandeling voor tachycardie het aanpakken van de onderliggende oorzaak:
Hyperthyreoïdie: Behandeling met medicijnen, radioactief jodium, of soms chirurgie om de schildklier te normaliseren lost vaak de tachycardie op.
Anemie: IJzersupplementen, behandeling van bloedverlies, of in ernstige gevallen bloedtransfusies corrigeren de bloedarmoede en verlagen de hartslag.
Elektrolytstoornissen: Correctie van kalium, magnesium, of calcium via dieet of supplementen.
Hartfalen: Medicijnen om de pompfunctie te verbeteren verlagen vaak ook de hartslag.
Angststoornissen: Therapie, stressmanagement, en soms antidepressiva kunnen zowel de angst als de tachycardie verminderen.
Complicaties: wat kan er gebeuren als tachycardie onbehandeld blijft?
Niet alle tachycardie is gevaarlijk, maar sommige vormen kunnen ernstige complicaties veroorzaken als ze niet behandeld worden.
Hartfalen
Langdurige, chronische tachycardie – vooral als je hart vaak en lang te snel klopt – kan leiden tot tachycardie-geïnduceerd hartfalen. Je hart werkt constant te hard en wordt uitgeput. De pompfunctie verslechtert geleidelijk.
Dit is een omkeerbaar probleem als de tachycardie tijdig wordt behandeld. Maar als het te lang aanhoudt, kan de schade permanent worden.
Bloedstolsels en beroerte
Bij hartritmestoornissen zoals boezemfibrilleren kloppen je boezems niet effectief. Het bloed werveelt rond in plaats van goed door te stromen, en dit verhoogt het risico op bloedstolselvorming.
Als een stolsel loskomt en naar je hersenen reist, veroorzaakt het een beroerte. Naar je longen: longembolie. Naar je hart: hartinfarct. Dit is de gevaarlijkste complicatie van boezemfibrilleren.
Daarom krijgen veel mensen met boezemfibrilleren antistollingsmedicatie (zoals apixaban of warfarine) om dit risico te verlagen.
Hartstilstand
Ventrikeltachycardie kan escaleren naar ventrikelfibrilleren – een chaotisch ritme waarbij je hart niet meer effectief klopt. Dit is hartstilstand. Zonder onmiddellijke reanimatie en defibrillatie is dit binnen enkele minuten fataal.
Dit is de reden waarom ventrikeltachycardie zo serieus genomen wordt en agressief behandeld.
Verminderde kwaliteit van leven
Zelfs als tachycardie niet direct levensbedreigend is, kan het je leven aanzienlijk beperken. Chronische vermoeidheid, angst voor aanvallen, beperkte inspanningstolerantie, en sociale isolatie kunnen leiden tot depressie en verminderd welzijn.
Prognose: hoe is het vooruitzicht?
De prognose bij tachycardie varieert enorm afhankelijk van het type en de onderliggende oorzaak.
Normale sinustachycardie als reactie op triggers is volkomen onschuldig. Zodra je de triggers vermijdt of aanpakt, verdwijnt het probleem.
SVT (supraventriculaire tachycardie) is meestal niet levensbedreigend, hoewel aanvallen vervelend en beangstigend kunnen zijn. Met medicatie of ablatie kunnen de meeste mensen volledig klachtenvrij worden. Ablatie geneest vaak definitief.
Boezemfibrilleren is een chronische aandoening bij veel mensen, maar is goed te beheersen met medicatie. Het belangrijkste is het risico op beroerte verlagen met antistolling. Sommige mensen worden klachtenvrij met ablatie of cardioversie.
Ventrikeltachycardie is ernstiger. Bij mensen met onderliggende hartaandoeningen kan het terugkeren en is een ICD vaak nodig voor bescherming. Maar met de juiste behandeling (medicatie, ICD, ablatie) kunnen veel mensen nog jaren goed leven.
Tachycardie-geïnduceerd hartfalen kan herstellen als de tachycardie effectief behandeld wordt. Maar dit vereist strikte controle van het hartritme.
Over het algemeen geldt: hoe eerder tachycardie wordt herkend en behandeld, hoe beter de prognose. Daarom is het belangrijk om symptomen serieus te nemen en medische hulp te zoeken.
Preventie: kun je tachycardie voorkomen?
Voor mensen die vatbaar zijn voor tachycardie, of die al aanvallen hebben gehad, zijn er stappen die het risico kunnen verlagen:
Ken je triggers: Houd een dagboek bij waarin je noteert wanneer aanvallen optreden en wat je deed, at, of voelde vlak ervoor. Patronen kunnen zichtbaar worden – misschien triggert koffie, alcohol, stress, slaaptekort, of bepaalde posities (plotseling bukken, opstaan) je aanvallen. Vermijd deze triggers waar mogelijk.
Gezonde leefstijl: We hebben het eerder gehad over de basis – voldoende slaap, gezond eten, regelmatige beweging, stressmanagement – maar het is de moeite waard om te benadrukken hoe krachtig deze fundamenten zijn. Een gezond lichaam met een sterk hart is veel minder vatbaar voor hartritmestoornissen.
Behandel onderliggende aandoeningen: Als je hoge bloeddruk, diabetes, schildklierproblemen, of andere chronische aandoeningen hebt, zorg dan dat deze goed onder controle zijn. Onbehandelde aandoeningen verhogen je risico op hartritmestoornissen.
Wees voorzichtig met medicijnen en supplementen: Sommige medicijnen (zoals bepaalde verkoudheids- of astmamedicijnen) en supplementen (zoals bepaalde “energiepillen” of gewichtsverliesproducten) kunnen hartritmestoornissen triggeren. Lees bijsluiters zorgvuldig en overleg met je arts of apotheker.
Beperk stimulanten: Dit geldt niet alleen voor cafeïne en nicotine, maar ook voor energiedrankjes, pre-workout supplementen, en alles wat je hart stimuleert.
Manage elektrolyten: Zorg dat je voldoende kalium en magnesium binnenkrijgt via voeding. Uitdroging kan elektrolytstoornissen veroorzaken, dus drink genoeg water, vooral in hitte of bij inspanning.
Vermijd extreme temperaturen: Hitte kan dehydratie en elektrolytstoornissen veroorzaken, extreme kou kan stress op je hart leggen. Beide kunnen tachycardie triggeren bij gevoelige mensen.
Leer omgaan met stress en angst: Dit is cruciaal. Chronische stress en angst zijn enorme triggers voor tachycardie. Therapie, mindfulness, ademhalingsoefeningen – investeer hierin. Het kan het verschil maken tussen constante aanvallen en een rustig, stabiel hartritme.
Wanneer naar de dokter? Alarmsignalen
Niet elke snelle hartslag vereist een spoedreis naar het ziekenhuis, maar bepaalde symptomen zijn alarmsignalen die onmiddellijke medische aandacht vereisen.
Bel 112 direct als je:
- Acute, hevige pijn op de borst hebt tijdens tachycardie – dit kan een hartinfarct zijn
- Flauwvalt tijdens een aanval van snelle hartslag
- Extreme kortademigheid hebt, alsof je stikt
- Plotselinge verwarring of spraakproblemen krijgt – dit kan wijzen op een beroerte
- Tekenen van shock hebt: bleke, klammige huid, snelle oppervlakkige ademhaling, verwardheid
Deze symptomen wijzen op een onmiddellijk levensbedreigende situatie.
Ga dezelfde dag naar de huisarts of huisartsenpost als:
- Je voor het eerst een aanval van snelle hartslag ervaart die niet snel overgaat
- Je hartslag blijft aanhoudend boven de 100 in rust zonder duidelijke oorzaak
- Je regelmatig hartkloppingen hebt die je zorgen baren
- Je duizelig wordt of bijna flauwvalt tijdens aanvallen
- Je kortademig wordt bij minimale inspanning
- Je nieuwe zwelling van enkels of benen ontwikkelt
Maak een afspraak met je huisarts als:
- Je af en toe hartkloppingen hebt maar deze gaan snel over en beperken je niet
- Je hart voelt alsof het “overslaat” of onregelmatig klopt
- Je onverklaarbare vermoeidheid of verminderde inspanningstolerantie hebt
- Je familie heeft een geschiedenis van plotselinge hartdood op jonge leeftijd
Het is altijd beter om een keer te veel te checken dan een keer te weinig. Hartproblemen kunnen subtiel beginnen, en vroege detectie maakt behandeling veel effectiever.
Leven met tachycardie: praktische tips
Voor mensen die regelmatig te maken hebben met tachycardie, zijn er praktische manieren om ermee om te gaan:
Leer je lichaam kennen: Meet regelmatig je eigen pols. Weet wat je normale rustpols is. Dit helpt om abnormale versnellingen te herkennen. Er zijn ook slimme horloges en fitness trackers die je hartslag continu monitoren – dit kan nuttig zijn, maar let op dat je er niet obsessief van wordt.
Heb een actieplan: Als je aanvallen hebt, weet dan wat te doen. Welke vagale manoeuvres werken voor jou? Wie moet je bellen? Waar zijn je medicijnen? Dit geeft rust en controle.
Communiceer met je omgeving: Vertel mensen om je heen (partner, familie, nauwe collega’s) over je conditie. Leg uit wat er kan gebeuren en wat ze kunnen doen om te helpen. Dit vermindert angst en verwarring als je een aanval hebt.
Draag medische informatie bij je: Een medisch alert armband of kaartje in je portemonnee met informatie over je hartconditie en medicatie kan levensreddend zijn in noodsituaties.
Vermijd paniek: Gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar paniek verergert tachycardie. Oefen kalme ademhalingsoefeningen. Herinner jezelf: “Dit is ongemakkelijk, maar het gaat voorbij. Ik heb het eerder overleefd.”
Blijf sociaal actief: Het is verleidelijk om je terug te trekken uit angst voor aanvallen in sociale situaties, maar isolatie is slecht voor je mentale gezondheid. Blijf dingen doen die je leuk vindt, binnen je grenzen.
Werk met je artsen: Volg je behandelplan, neem medicijnen zoals voorgeschreven, kom op controles. Als iets niet werkt of je bijwerkingen hebt, communiceer dit. Behandeling kan aangepast worden.
Zoek steun: Overweeg een steungroep (online of offline) voor mensen met hartritmestoornissen. Het helpt om te weten dat je niet alleen bent en om tips te delen.
Veelgestelde vragen over tachycardie
Is tachycardie gevaarlijk?
Of tachycardie gevaarlijk is, hangt volledig af van het type en de oorzaak. Het korte antwoord is: soms wel, vaak niet.
Normale sinustachycardie – wanneer je hart sneller klopt als reactie op inspanning, stress, koorts, of cafeïne – is niet gevaarlijk. Dit is precies wat je hart hoort te doen. Zodra de trigger verdwijnt, normaliseert je hartslag weer en er zijn geen blijvende effecten.
Supraventriculaire tachycardie (SVT), zoals boezemtachycardie, is meestal niet direct levensbedreigende, hoewel aanvallen zeer onaangenaam kunnen zijn. Het voelt beangstigend wanneer je hart plotseling aan het racen gaat, maar de meeste mensen met SVT kunnen een normaal leven leiden met of zonder behandeling. Het risico zit vooral in complicaties op lange termijn bij chronische, onbehandelde gevallen – zoals hartfalen of bloedstolsels bij boezemfibrilleren.
Ventrikeltachycardie is de meest zorgwekkende vorm en kan gevaarlijk zijn. Wanneer je hartkamers te snel kloppen, pompt je hart minder effectief bloed rond. Dit kan leiden tot duizeligheid, flauwvallen, of in het ergste geval hartstilstand als het overgaat in ventrikelfibrilleren. Mensen met ventrikeltachycardie hebben vaak een onderliggende hartaandoening en hebben medische behandeling nodig, soms inclusief een geïmplanteerde defibrillator (ICD) ter bescherming.
Tekenen dat tachycardie gevaarlijk is:
- Je valt flauw tijdens aanvallen
- Je hebt acute pijn op de borst
- Je bent extreem kortademig
- De aanvallen duren lang en gaan niet vanzelf over
- Je hebt een bekende hartaandoening
In deze gevallen is tachycardie potentieel levensbedreigende en moet je onmiddellijk medische hulp zoeken.
Voor de meeste mensen met af en toe hartkloppingen of een iets verhoogde hartslag zonder andere symptomen is het niet gevaarlijk, maar het verdient wel aandacht van een arts om de oorzaak vast te stellen en te bepalen of behandeling nodig is.
Wat is de oorzaak van tachycardie?
Er zijn talloze oorzaken van tachycardie, variërend van volkomen onschuldig tot medisch ernstig. De oorzaak bepaalt ook wat het type tachycardie is en hoe het behandeld moet worden.
Normale, fysiologische oorzaken zijn de meest voorkomende. Je hart klopt sneller wanneer je lichaam meer zuurstof nodig heeft of wanneer stresshormonen vrijkomen. Dit gebeurt bij:
- Lichamelijke inspanning zoals sporten, rennen, traplopen
- Emotionele stress, angst, opwinding, of boosheid
- Koorts – elke graad temperatuurstijging verhoogt je hartslag met ongeveer 10 slagen per minuut
- Zwangerschap – je lichaam pompt 30-50% meer bloed rond
- Uitdroging of bloedverlies – je hart compenseert voor verminderd bloedvolume
Leefstijlfactoren zijn ook belangrijke triggers:
- Cafeïne uit koffie, energiedrankjes, of thee
- Nicotine uit roken of vapen
- Alcohol, vooral overmatig gebruik (kan boezemfibrilleren triggeren)
- Drugs zoals cocaïne, amfetamine, of XTC
- Bepaalde medicijnen (astmamedicijnen, ADHD-medicatie, schildklierhormonen)
- Slaaptekort en chronische vermoeidheid
Medische aandoeningen kunnen tachycardie veroorzaken:
- Hyperthyreoïdie (overactieve schildklier) – een van de meest voorkomende medische oorzaken
- Anemie (bloedarmoede) – te weinig rode bloedcellen betekent dat je hart harder moet werken
- Lage bloeddruk
- Infecties en sepsis
- Elektrolytstoornissen (te weinig kalium, magnesium, of calcium)
- Longaandoeningen met zuurstoftekort
Hartaandoeningen zelf zijn de meest zorgwekkende oorzaak:
- Eerdere hartaanvallen die littekens hebben achtergelaten
- Hartfalen – het hart pompt niet goed en moet sneller kloppen om te compenseren
- Vernauwde kransslagaders
- Hartklepaandoeningen
- Aangeboren hartafwijkingen in de elektrische geleiding
Hartritmestoornissen kunnen ook zonder duidelijke onderliggende oorzaak ontstaan door problemen in het elektrische systeem van je hart zelf – abnormale elektrische circuits, extra geleidingsbanen, of gebieden die spontaan snelle impulsen genereren.
De meeste mensen met tachycardie hebben geen ernstige hartaandoening. Vaak is de oorzaak iets eenvoudigs zoals te veel cafeïne, stress, of een milde infectie. Maar om zekerheid te krijgen en om potentieel ernstige oorzaken uit te sluiten, is het belangrijk om tachycardie medisch te laten evalueren, vooral als het regelmatig voorkomt of gepaard gaat met andere symptomen.
Waar kan tachycardie in rust op duiden?
Als je hart in rust – dus wanneer je relaxed zit of ligt, niet aan het bewegen of stressen bent – regelmatig sneller klopt dan 100 slagen per minuut, kan dit wijzen op verschillende dingen. Het is belangrijk om dit te laten onderzoeken.
Onschuldige oorzaken zijn mogelijk:
- Slechte conditie: Als je hart niet goed getraind is door gebrek aan beweging, moet het harder werken zelfs in rust. Regelmatige beweging kan je rustpols met 10-20 slagen verlagen.
- Recente cafeïne of nicotine: De effecten kunnen uren aanhouden en je rustpols verhogen.
- Angst of chronische stress: Zelfs als je denkt dat je ontspannen bent, kan onderliggende angst of stress je sympathische zenuwstelsel geactiveerd houden, wat je hartslag verhoogt.
- Slechte slaap: Chronisch slaaptekort verhoogt je rustende hartslag structureel.
- Uitdroging: Zelfs milde uitdroging kan je hart sneller laten kloppen.
Medische aandoeningen waar tachycardie in rust vaak op duidt:
- Hyperthyreoïdie (overactieve schildklier): Dit is een van de meest voorkomende medische oorzaken van chronisch verhoogde rustpols. Je schildklier produceert te veel hormonen, wat je hele metabolisme versnelt – inclusief je hart. Andere symptomen zijn vaak gewichtsverlies, zweten, nervositeit, en trillen.
- Anemie (bloedarmoede): Je lichaam heeft niet genoeg zuurstof-dragende rode bloedcellen, dus je hart moet sneller pompen om voldoende zuurstof naar je weefsels te krijgen. Dit gaat vaak gepaard met vermoeidheid, bleke huid, en kortademigheid.
- Hartfalen: Als je hart niet goed pompt, probeert het te compenseren door sneller te kloppen. Een chronisch verhoogde rustpols kan een vroeg teken zijn van hartfalen, vooral in combinatie met vermoeidheid, kortademigheid, of gezwollen enkels.
- Chronische infectie of ontsteking: Je lichaam reageert op een aanhoudende bedreiging.
- Elektrolytstoornissen: Onbalans in mineralen zoals kalium of magnesium kan je hartritme verstoren.
Hartritmestoornissen zelf kunnen de oorzaak zijn:
- Boezemfibrilleren: Je hart klopt niet alleen snel, maar ook onregelmatig. Dit komt veel voor bij ouderen en vereist behandeling om complicaties zoals beroerte te voorkomen.
- SVT (supraventriculaire tachycardie): Sommige mensen hebben intermittente aanvallen, maar anderen hebben een constant verhoogde hartslag.
- Ongepaste sinustachycardie: Een zeldzame aandoening waarbij de sinusknoop te snel vuurt zonder duidelijke reden. Je hartslag is chronisch verhoogd (vaak 90-120 in rust), en verslechtert bij minimale inspanning.
Medicatie of drugs kunnen ook de oorzaak zijn: bepaalde medicijnen verhogen structureel je hartslag als bijwerking.
Tachycardie in rust is altijd de moeite waard om te laten checken. Je huisarts kan met simpele tests – bloedonderzoek voor schildklier en anemie, een ECG om je hartritme te bekijken – vaak snel de oorzaak vinden. Vroege detectie en behandeling van onderliggende aandoeningen voorkomt complicaties en kan je energie en kwaliteit van leven enorm verbeteren.
Let vooral op als de verhoogde rustpols gepaard gaat met andere symptomen zoals vermoeidheid, duizeligheid, kortademigheid, of gewichtsverlies. Dit wijst vaak op een behandelbare onderliggende aandoening.
Wat te doen tegen tachycardie?
Wat je kunt doen tegen tachycardie hangt af van of het gaat om een acute aanval of om chronische, terugkerende tachycardie. Laten we beide situaties bespreken.
Bij een acute aanval van snelle hartslag (vooral SVT):
Als je plotseling merkt dat je hart razendsnel begint te kloppen, zijn er manoeuvres die je kunt proberen om het te stoppen. Deze werken door je nervus vagus te stimuleren, wat je hart kan vertragen:
Valsalva manoeuvre: Neem een diepe ademteug, knijp je neus dicht, sluit je mond, en probeer krachtig uit te ademen tegen de weerstand in (alsof je perst op het toilet). Houd dit 10-15 seconden vol. Deze drukverhoging in je borst kan je hartritme resetten.
Koud water: Houd je gezicht onder ijskoud water, of leg een zak met ijsklontjes op je gezicht terwijl je je adem vasthoudt. De plotselinge kou activeert een reflex die je hart vertraagt.
Hoesten: Forceer een paar keer stevig hoesten – dit kan ook helpen.
Diep ademhalen: Langzaam, diep ademhalen door je neus (tel tot 4), vasthouden (tel tot 7), uitademen door je mond (tel tot 8). Dit activeert je parasympatische systeem en kalmeert je hart.
Als deze manoeuvres niet werken binnen 10-15 minuten en je aanval houdt aan, of als je je erg onwel voelt, duizelig bent, of pijn op de borst hebt – bel dan je huisarts of ga naar de spoedeisende hulp. Langdurige aanvallen kunnen cardioversie in het ziekenhuis nodig hebben.
Voor chronische of terugkerende tachycardie:
Leefstijlaanpassingen zijn de basis en kunnen voor veel mensen enorm verschil maken:
Verminder of stop cafeïne: Dit is vaak de gemakkelijkste en meest effectieve verandering. Stop met koffie, energiedrankjes, cola, en sterke thee, of beperk het tot één kleine portie per dag. Veel mensen merken binnen enkele dagen tot een week dat hun hartkloppingen sterk afnemen of verdwijnen.
Stop met roken: Nicotine versnelt je hart en verhoogt je risico op hartritmestoornissen. Stoppen is essentieel.
Beperk alcohol: Vooral als je boezemfibrilleren of atriale tachycardie hebt, kan alcohol aanvallen triggeren. Sommige mensen moeten volledig stoppen.
Beweeg regelmatig: Paradoxaal genoeg verlaagt regelmatige beweging je rustende hartslag en maakt je hart sterker. Begin geleidelijk met wandelen, fietsen, of zwemmen – 30 minuten per dag, vijf keer per week.
Slaap voldoende: Mik op 7-9 uur per nacht. Slaaptekort verhoogt je hartslag en maakt je vatbaarder voor hartritmestoornissen.
Manage stress: Chronische stress is een enorme trigger. Leer ontspanningstechnieken zoals mindfulness, meditatie, yoga, of ademhalingsoefeningen. Overweeg therapie als stress of angst je leven domineert.
Blijf gehydrateerd: Drink voldoende water, vooral in hitte of bij inspanning.
Let op elektrolyten: Zorg voor voldoende kalium (bananen, aardappelen, groene bladgroenten) en magnesium (noten, zaden, volkoren) in je dieet.
Medische behandeling als leefstijlaanpassingen onvoldoende zijn:
Behandel onderliggende aandoeningen: Als je tachycardie wordt veroorzaakt door hyperthyreoïdie, anemie, of een andere medische aandoening, lost behandeling daarvan vaak de hartproblemen op.
Medicatie: Bètablokkers of calciumkanaalblokkers kunnen je hartslag vertragen en aanvallen voorkomen. Anti-aritmica zijn soms nodig voor complexere hartritmestoornissen.
Ablatie: Voor terugkerende, lastige hartritmestoornissen kan katheterablatie een permanente oplossing bieden. Deze procedure heeft hoge succespercentages (vaak >90% voor SVT) en elimineert vaak de noodzaak voor levenslange medicatie.
ICD: Bij mensen met gevaarlijke ventrikeltachycardie of hoog risico op hartstilstand kan een geïmplanteerde defibrillator levensreddend zijn.
Wanneer professionele hulp zoeken:
Zelfs als je zelf maatregelen neemt, is het belangrijk om tachycardie medisch te laten evalueren om de onderliggende oorzaak vast te stellen en om ernstige aandoeningen uit te sluiten. Maak een afspraak met je huisarts als je regelmatig hartkloppingen hebt, of onmiddellijk bij symptomen zoals flauwvallen, pijn op de borst, of extreme kortademigheid.
Het goede nieuws: voor de meeste mensen met tachycardie is er een effectieve behandeling beschikbaar. Met de juiste aanpak – of dat nu simpelweg minder cafeïne is, medicatie, of een procedure – kunnen de meeste mensen hun hartkloppingen onder controle krijgen en een normaal, actief leven leiden.
Conclusie: je hart verdient aandacht
Je hart klopt ongeveer 100.000 keer per dag, 35 miljoen keer per jaar, meestal zonder dat je er bewust bij stilstaat. Het is een wonder van techniek – een pomp die decennia lang zijn werk doet zonder onderbreking. Maar soms, om welke reden dan ook, raakt dat ritme verstoord.
Tachycardie – een te snelle hartslag – is niet altijd een probleem. Vaak is het je hart dat precies doet wat het moet doen: reageren op inspanning, stress, ziekte, of andere prikkels. Maar soms wijst het op een onderliggende aandoening die aandacht nodig heeft.
Het belangrijkste wat je kunt doen is luisteren naar je lichaam. Als je hart regelmatig razendsnel klopt zonder goede reden, als je duizelig wordt of flauwvalt, als je steeds vermoeider raakt – dat zijn signalen. Negeer ze niet uit angst of ontkenning.
De goede nieuws is dat de meeste vormen van tachycardie goed te behandelen zijn. Met de juiste diagnose, behandeling, en leefstijlaanpassingen kunnen veel mensen die worstelen met een te snelle hartslag een normaal, actief leven leiden zonder constante angst.
Voor sommigen is het simpel: stop met cafeïne, beter omgaan met stress, en het probleem verdwijnt. Voor anderen is medicatie of een procedure zoals ablatie nodig. En een kleine groep heeft langdurige zorg nodig, inclusief mogelijk een ICD ter bescherming.
Maar ongeacht waar je op dit spectrum valt, er is hulp beschikbaar. Hartritmestoornissen zijn een van de meest bestudeerde en begrepen gebieden in de cardiologie. De behandelingen zijn effectief, en de prognose is voor de meeste mensen goed.
Begin vandaag: Als je symptomen herkent uit dit artikel en je hebt het nog niet laten checken, maak dan een afspraak met je huisarts. Als je al gediagnosticeerd bent maar worstelt met je behandeling, bespreek dit met je cardioloog. Als je twijfelt over je leefstijl, begin dan met één verandering – minder cafeïne, meer beweging, beter slapen.
Je hart is je levenslijn. Het verdient je aandacht, je zorg, en soms professionele hulp. Luister ernaar. Het probeert je iets te vertellen.
Dit artikel is bedoeld ter informatie en vervangt geen professioneel medisch advijs. Bij symptomen van tachycardie, raadpleeg altijd een huisarts of cardioloog. In noodgevallen, bel 112.

Geef een reactie