Er zijn verschillende redenen waarom vrouwen een borstcorrectie wensen. Bij sommige vrouwen zijn de borsten bijvoorbeeld kleiner of minder stevig geworden na de zwangerschap of gewichtsverlies. Bij anderen zijn ze vanaf het begin weinig ontwikkeld.
Ook kunnen de borsten gaan hangen, omdat in de loop der jaren het stevige klierweefsel in de borst plaats maakt voor vetweefsel en de huidelasticiteit vermindert. Zware of slappe borsten kunnen lichamelijke klachten veroorzaken, zoals nek-, rug- en schouderklachten.
Waarom een borstcorrectie?
Wanneer er sprake is van één van de zojuist genoemde situaties en men bovendien minder tevreden is met het uiterlijk van borsten kan een borstcorrectie uitkomst bieden: een borstlift met of zonder borstimplantaat, een borstvergroting of juist een borstverkleining.
U kunt hiervoor een plastisch chirurg consulteren, die op het gebied van de borsten uitgebreid geschoold en getraind is. Hij kan als geen ander uw problematiek met betrekking tot uw borsten in kaart brengen, een goed behandelingsplan opstellen en een goed beeld geven van het te verwachten resultaat; dit alles is nodig voor een succesvolle behandeling.
Borstcorrecties: Borstlift
Vlak vóór de operatie tekent de plastisch chirurg op uw borsten het huiddeel af dat weggenomen wordt. De ingreep kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, afhankelijk van de grootte van uw borsten. De plastisch chirurg maakt altijd eerst de tepel en tepelhof gedeeltelijk los. Hierdoor blijft een goede bloedvoorziening bestaan.
Bij een klein huidoverschot wordt alleen de huid langs de rand van de tepelhof verwijderd en kan de tepel kan op zijn plaats blijven. Bij een groot huidoverschot wordt de huid rondom de tepelhof en ook aan de onderzijde van de borst weggenomen. Vervolgens wordt het overblijvende weefsel weer gemodelleerd tot een ‘nieuwe’ borst, de tepel wordt hierbij omhoog verplaatst.
Uiteindelijk ontstaat een anker-vormig litteken. Wanneer er te weinig borstvolume is, kan tevens een borstimplantaat worden geplaatst.
Patiënte met wens voor borstlift en meer borstvolume voor (links) en zes maanden na de borstlift met implantaten (rechts).
Borstcorrecties: Borstvergroting
Via een snede van ongeveer vijf tot zes centimeter aan de onderkant van uw borst wordt ruimte gemaakt voor het implantaat tussen het klierweefsel en de grote borstspier of tussen de grote borstspier en de borstkas.
De plaats van deze holte (achter de borstklier, achter de borstspier, of zowel onder de spier boven als de borstklier onder zogenaamd ‘dual plane’) hangt onder andere af van de dikte van de huid en het borstweefsel. Bij een dunnere bedekking dan twee centimeter kan de prothese snel zichtbaar worden en wordt de prothese dieper gelegd achter de borstspier.
Lees ook: Van cup A naar C zonder operatie
Ook is de plaats van de holte afhankelijk van de positie van de borst op het lichaam (wel of niet laag) en de ervaring en voorkeur van de plastisch chirurg. Meestal verdient de plaatsing van de prothese achter de borstspier en het borstweefsel (dual plane) de voorkeur, omdat in de loop van de tijd de huid en het borstweefsel meestal dunner wordt. Hierdoor wordt de prothese meer zichtbaar.
Alternatief operatie: ProBreast Plus
Patiënte met wens tot borstvergroting voor (links) en 1 jaar na de borstvergroting uitgevoerd volgens het ‘dual plane’ principe met een 300 cc ronde borstimplantaten (rechts): doordat de implantaten onder de borstspier zijn geplaatst zie je de implantaten ‘niet zitten’.
Borstcorrecties: Borstverkleining
Vlak vóór de operatie tekent de plastische chirurg op uw borsten het huiddeel af dat weggenomen moet worden. Vervolgens worden eerst de tepel en tepelhof gedeeltelijk losgemaakt. Hierdoor blijft een goede bloedvoorziening bestaan.
Vervolgens wordt de borst meestal verkleind door huid en klierweefsel aan de onderkant van de borst te verwijderen. Daarna wordt de tepel verplaatst. De tepelhof wordt daarbij vaak verkleind. Na het sluiten van de huid ontstaat een anker-vormig litteken.
Soms is het mogelijk dat alleen een verticaal litteken ontstaat; dit hangt af van uw borstvorm, grootte en de ervaring van de plastisch chirurg: hij zal dit altijd van te voren met u bespreken.
Patiënte met de wens voor een borstverkleining voor (links) en tien jaar na de borstverkleining (rechts). Er is sprake geweest van een forse borstverkleining (meer dan 750 gram / kant) en patiënte is door de jaren heen verder afgevallen.
Anesthesie en operatieduur
Borstcorrecties gebeuren onder narcose. Een borstlift of een borstverkleining duurt meestal 1,5 tot 2 uur, een borstvergroting meestal 1 tot 1,5 uur.
Postoperatief beleid
Na de operatie zijn de wonden afgeplakt met witte papieren pleisters (Leucopor) en daar overheen eventueel gazen. Ook krijgt u de door u meegenomen beha aan. In de borst(en) wordt aan het einde van de operatie soms een dun slangetje (drain), met een vacuümflesje om overtollig bloed en wondvocht af te zuigen. De eerste 24 uur na de operatie kunt u wat pijn hebben. Hiervoor krijgt u pijnstillers. De borsten kunnen gespannen aanvoelen. Dit gevoel verdwijnt geleidelijk.
Herstelperiode
De eerste week na de operatie moet u het rustig aan doen, en geen zware inspanningen verrichten of zwaar tillen. Na ongeveer een week komt u voor de eerste controle bij de plastisch chirurg. Dan worden meestal de papieren pleisters (Leucopor) verwijderd. Vanaf dan mag u geleidelijk weer wat meer ondernemen. Het kan moeilijk zijn om bepaalde armbewegingen te maken. De plastisch chirurg kan u precies vertellen wat u wel en wat u niet mag doen.
Meestal moet u de eerste zes weken na de operatie een stevige, naadloze beha dragen ter ondersteuning. Te veel sportactiviteiten kunt u beter vermijden om contact met of druk op de wond(en) te voorkomen. Massage met een crème of lotion kan de littekens sneller soepeler maken.
Om verkleuring van de littekens te voorkomen dient u drie tot zes maanden de littekens goed tegen zon te beschermen. Dit doet u door niet in de directe zon te gaan of een zonnebrandmiddel met hoge beschermingsfactor te gebruiken.
Complicaties
De plastisch chirurg besteedt altijd veel zorg aan de uitvoering van een borstcorrectie. Toch kunnen complicaties altijd optreden. Een nabloeding (bloeden van of uit het operatiegebied) of een wondinfectie zijn de meest voorkomende complicaties na een operatie, ook al komen ze zelden voor.
Daarnaast kan er een bloeduitstorting of een minder gevoel ontstaan in de tepels, ook het open gaan van de wond na een borstlift/verkleining door de hoge weefselspanning kan voorkomen. Soms valt het resultaat tegen, dit moet u altijd ter sprake brengen.
Het te verwachten resultaat
Na zes tot twaalf weken kan de plastisch chirurg meestal het eindresultaat van een borstcorrectie bepalen. Heel soms duurt het langer, met name na een borstlift of borstverkleining, voordat de borsten hun definitieve vorm hebben gekregen. Dat komt omdat het weefsel nog enige tijd nodig heeft om goed te genezen en in model te komen.
Altijd zijn er littekens, naar verloop van tijd worden deze littekens minder zichtbaar. De plaats en de grootte van de littekens is afhankelijk van het type borstcorrectie; een litteken rond de tepels, recht naar beneden en in de plooi van de borst (ankervormig) na een borstlift of borstverkleining en een klein dwars litteken in de plooi onder de borst in geval van een borstvergroting.
Lees ook: Vollere borsten zonder operatie